Magazine
03 october 2023, Indra Devriendt
Ongewenst bezoek
Elleke Frijters, I wish I'm doing well, Base-Alpha Gallery
De sculpturen van Elleke Frijters roepen iets herkenbaars op, al kunnen we ze niet meteen plaatsen. Wel overheerst een onbehaaglijk gevoel. Blijf uit de buurt en let op want uw bezoek gaat niet onopgemerkt voorbij!
‘Guarding my fence’ titelt de eerste solotentoonstelling van Elleke Frijters in Base-Alpha Gallery. Sculpturen die in de ruimte staan, vormen eilandjes en afgebakende plekken met een schutting of een hoge omwalling. Het weinige dat we zien, is niet uitnodigend. De sculpturen bakenen fysieke ruimte af door hun grootte, volume en statische verschijning. Ze imponeren. De stekels en pieken zien er dreigend uit. Buitenstaanders zijn hier niet welkom. Wat wordt hier bewaakt of wat valt er te verbergen? Dat wekt nieuwsgierigheid. Helaas, de hoogte ontneemt ons de kans om iets te zien. Terwijl we zelf de neiging hebben om te gluren, voelen we ons ook bekeken. Aan de muren hangen sculpturen in de hoogte, die doen denken aan verlichting of camera’s. Licht of opnames betrappen indringers. De staande sculpturen bakenen dan weer een duidelijk gebied af: dit is van mij! Daarnaast verwijzen ze naar omhulsels. We voelen een binnenruimte of veilige omgeving die bescherming moet bieden tegen een bedreiging van buitenaf. De strakke vormgeving en overwegend grijze tinten versterken een somber en kil gevoel. Wat is hier aan de hand? We doen niets liever dan duiden en benoemen dus we zoeken naar een verklaring in de hoop om zo ook van ons ongemak verlost te raken.
Kunstmatig
Frijters kiest voor sculpturen die geen eenduidige betekenis oproepen. Dat geeft ons weinig houvast, dus moeten we voortgaan op onze ervaring. Hoewel ze met haar werk net inspeelt op onze drang naar een referentiekader, licht ze een tipje van de sluier op. “De getoonde sculpturen zouden elementen uit stadstuinen kunnen zijn”, duidt ze. “We begrenzen onze tuinen fel en passen een bijzondere tuinesthetiek toe. Een hek zorgt voor privacy en creëert een gevoel van veiligheid, maar het heeft iets beklemmends en je mist zo ook dingen. Je blik naar de buitenwereld wordt afgeblokt en er is geen interactie meer mogelijk.”
Onze vreemde tuinesthetiek vertaalt Frijters in nabootsingen van fauna en flora. De lampen zouden ook bessen of denappels kunnen zijn, de camera’s vogels. De hekken verwijzen dan weer naar wilgen of leibomen, de bedreigende elementen naar onkruid. Frijters toont onze vreemde relatie met natuur. We vinden de vormentaal aantrekkelijk en willen ons daar graag mee omringen. Toch geven we de voorkeur aan een kunstmatige uitvoering. Dan bepalen wij hoe de vorm en kleur eruitziet en waar het een plek krijgt. Terwijl we de veranderlijke of vergankelijke aard van iets natuurlijks niet in de hand hebben. We willen de schoonheid, maar niet instaan voor de zorg die natuur met zich meebrengt. “Plastieken schuttingen in uiteenlopende varianten refereren aan natuur, maar ze vergaan niet en je moet ze niet snoeien.”
We staan bij ‘My fence makes your shadow’. Deze veelzeggende titel behoort tot een antracietkleurig weefsel, wat een gesloten, hoge omheining vormt. We zien er enkel twee spiesen en een lamp bovenuit steken. “We richten onze tuinen in met afgietsels van natuurlijke materialen”, vertelt Frijters. “Ook voor tuinmeubels kiezen we vaak voor deze plastieken weefsels. De lampen en de spiesen zijn gegoten ornamenten die je in de ijzerhandel kan kopen om ergens op te lassen, zodat het lijkt alsof het smeedijzer is. Veel van die ornamenten hebben een rustiek karakter. Met de structuur binnenin wil ik een bevreemdend effect creëren. Het geeft de indruk iets te belichten wat je als bezoeker niet kan zien. De zigzaggende spiesen zijn dan weer een verwijzing naar de Japanse duizendknoop. In de omgeving van mijn atelier in Mons woekert die plant enorm.”
Reflecties
De drang naar controle en ordening van onze omgeving komt in Frijters’ sculpturen ook tot uiting in haar voorliefde voor een strakke, statische en verticale vormentaal. Het is een vertaling van hoe veel tuinen eruitzien. Frijters speelt subtiel met licht en kleur. Het antracietkleurige weefsel is beschilderd met groene banden. Vanop een afstand zorgt dat voor een boeiende lichtreflectie. Dat is ook het geval bij ‘I wish i‘m doing well’, een sculptuur met blauwe banden. De oppervlakte blinkt en vibreert. Het voelt alsof we voor een omwalling van een fort staan, bewaakt door een leger. “Ik ben fan van middeleeuwse kunst”, zegt Frijters. “Ik hou van de manier waarop ze toen complexe vormen versimpelden en een bevreemdend perspectief weergaven. Mijn interesse gaat voornamelijk naar de omgeving waarin de mensen afgebeeld werden. Op middeleeuwse schilderijen zie je verwijzingen naar wilgen en hekken. De tuinen werden besloten weergegeven. Het waren iconische afbeeldingen waarbij het goede en veilige zich binnenin bevond en het wilde en onbekende buiten. De takjes om de hekken weer te geven werden niet afzonderlijk, maar als volume geschilderd. Die worstachtige voorstelling pas ik in mijn sculptuur ook toe. De kleur verwijst naar een tapijtachtig weefsel uit de Middeleeuwen en voor de pieken die eruit steken, baseerde ik me op riet.” Verschillende betekenissen of verhaallijnen komen samen in haar werk. Afhankelijk van ons referentiekader zullen we er een bepaalde invulling aan geven.
Abstraheren
Begrenzingen vinden we ook terug in de vorm van leibomen of paaltjes. ‘Forbidden fruits’ is een sculptuur uit keramiek. “De vorm verwijst naar leibomen die we leiden op een structuur, meestal aan een oprit van een huis”, vertelt Frijters. “We willen dat het er keurig uitziet en onze auto moet ernaast passen. De kleikleur is een verwijzing naar middeleeuwse reliëfs uit zandsteen. De mensen werden centraal afgebeeld en de achtergrond werd ingevuld met natuur.” Frijters toont opnieuw hoe we natuur manipuleren om ons bezit af te bakenen. Aan de uiteinden hangen camera’s of vruchten. De titel vertelt ons wijselijk uit de buurt te blijven. Bepaalde sculpturen verwijzen eerder naar de inrichting van ons bezit, zoals een parasolvoet bestaande uit plastieken terracottastenen of een structuur voor klimplanten. Eén sculptuur breekt ietwat met de verticaliteit en heeft een meer organische vorm. Dat werkt goed binnen de opstelling. Het oogt een plant. De titel ‘For the corner of your balcony’ geeft enige duiding. Hoewel Frijters vaak boetseert, zien we dat niet in haar sculpturen. Ze kiest voor een industrieel uitzicht. “Ik kies ervoor om bepaalde vormen te boetseren. Als ik ze zou afgieten, dan zouden ze rechtstreeks naar de werkelijkheid verwijzen. Ik manipuleer graag vormen en maak abstracties, zodat ze bevreemdend aanvoelen. Op die manier hoop ik dat de kijker niet in staat is om ze meteen te herkennen en benoemen.”
Frijters wijst ons op hoe we ons bezit afbakenen en vormgeven. Waarom maken we natuur na en richten we een besloten stukje grond in als mooie, gecontroleerde omgeving terwijl natuur net het omgekeerde betekent? Niets is eenduidig en alles verandert voortdurend. Daar hebben we als mens nooit grip op. Hoe absurd is onze drang naar controle, afbakening en ordening? Wat brengt ons dat? Nog een groter gevoel van onveiligheid en angst? Kunnen we die fysieke begrenzingen laten vallen en (onverwacht) bezoek met open armen ontvangen?
Elleke Frijters, Guarding my fence, Base-Alpha Gallery
Magazine
Glean, Frederik Thys
Elleke Frijters in Base-Alpha Gallery
Elleke Frijters, Guarding My Fence, tot 28 oktober 2023, Base-Alpha Gallery, Antwerpen, basealphagallery.com
Guarding My Fence is de eerste solotentoonstelling van Elleke Frijters bij Base-Alpha Gallery in Antwerpen. De kunstenaar trekt er kleine ommuringen op die elk op hun beurt ‘besloten hofjes’ omsluiten. De gekleurde en zacht uitziende materialen geven een indruk van veiligheid, van goedbedoelde bescherming. De omheiningen zelf kunnen echter evengoed als gevangeniscellen worden beschouwd. Frijters’ sculpturen vertrekken immers steeds vanuit haar fascinatie voor de ambigue, soms paradoxale relaties tussen mensen en objecten. De hekken drukken op die manier de ambivalentie uit tussen zorgzame bescherming en het gevoel onder extreme controle te staan. Het hekwerk lijkt door zijn gesloten structuur ook iets te willen omhullen, te maskeren voor het publieke oog. Hierin ontwikkelt Frijters een nieuwe ambiguïteit: precies door hun geheimzinnige poging te verbergen wat ze omsluiten, sporen de omheiningen de toeschouwer aan toch te gaan gluren en te ontdekken wat zich te midden van de sculpturen bevindt. De paradoxale aard van dit hekwerk vereist daarom een tweede bewakingsvorm die de geconstrueerde hekken zelf gaat bewaken. Gesculpteerde bewakingscamera’s, die als zwammen uit de muur lijken te groeien of als uilen op een tak lijken te rusten, dienen dan precies om die hekken zelf nauwgezet in het oog te houden. De relaties die Frijters teweegbrengt tussen haar sculpturen onderling en tussen haar werk en de toeschouwer, zorgen zo voor een spel van geheimzinnigheid en nieuwsgierigheid met een voelbare spanning tot gevolg. Fruijters weet op die manier de ambiguïteit van haar geconstrueerde situatie bijna tastbaar te maken, een situatie waarin zorgzame bescherming en rigide controle met elkaar lijken te versmelten, maar waarin ook natuur en constructie niet meer duidelijk van elkaar zijn te onderscheiden.
Magazine
OKV, Indra Devriendt
Wat zeggen tuinen en parken over de tijdsgeest?
Wie houdt niet van groene zones in een stad? Een aantal tentoonstellingen in Antwerpen belicht het belang van en onze omgang met groen. Welke mogelijkheden biedt een tuin of een park als tentoonstellingsplek? Welke inzichten krijgen we als kunstenaars tuinen in een galerie plaatsen?
Jan van Eyck. Detail uit De Aanbidding van het Lam Gods, 1432, Sint-Baafskathedraal Gent
© www.artinflanders.be. Foto: Dominique Provost
Tuinen zijn altijd al een belangrijke inspiratiebron voor kunstenaars. Ze kunnen paradijselijk, realistisch, mentaal, abstract of zelfs conceptueel zijn. We vinden tuinen terug op fresco’s, mozaïeken en schilderijen uit de oudheid. Daarin heerst symmetrie en ordening. Ze vormen het decor voor goden en godinnen uit de Griekse en Romeinse mythologie. In de middeleeuwen waren tuinen een symbool voor de creatie van God. In het Christendom bijvoorbeeld was de Hortus Conclusus, of de besloten tuin, een metafoor voor het paradijs. In de Islam betekent het woord Al-Djannah – het paradijs – zelfs letterlijk tuin. Die religieuze tuinen vinden we terug bij de Vlaamse Primitieven, waar ze interessant waren voor de weergave van perspectief en ruimtelijkheid. Jan van Eyck en Rogier van der Weyden schilderen tuinen met veel aandacht voor planten en bloemen.
Tijdens de renaissance en barok bleven geometrie en symmetrie. De barok gaat gepaard met de opkomst van formele, geometrische tuinen, vaak aangelegd rond paleizen en landgoederen. Pieter Paul Rubens besteedt in zijn schilderijen veel aandacht aan de architectuur en flora van tuinen en parken. Tijdens de Gouden Eeuw komt de landschapsschilderkunst tot bloei. Toen schilderde onder meer David Teniers de Jonge realistische tuinen. De periode van de Verlichting zorgde voor een toenemende interesse in natuurlijke landschappen. Tijdens de industrialisatie groeit het verlangen naar een natuurlijke omgeving om te ontsnappen aan de sterk vervuilde stad.
Anna Boch. En juin, 1894.
© Collection de l’Etat belge mis en dépôt par la Communauté française de Belgique au Musée des Beaux- Arts
DIVERSE BENADERINGEN
De romantische kunst in de negentiende eeuw zorgt voor een verschuiving naar meer wilde natuur. Tuinen zijn voor kunstenaars een manier om hun emoties te verbeelden. Félicien Rops en Louis Dubois schilderen ze in verschillende stijlen, van romantisch tot realistisch. Het impressionisme zorgt voor een nieuwe benadering. Émile Claus schildert vredige parkscènes met veel aandacht voor licht en kleur. Dat doet ook Anna Boch in haar luministische tuinschilderijen.
In de twintigste eeuw gebruiken René Magritte en Paul Delvaux tuinen en parken om een bevreemdende en dromerige sfeer te creëren. Fernand Khnopff gebruikt ze als symbolische achtergrond, terwijl Marthe Donas of Jean Brusselmans dan weer abstracte weergaves schilderen. Roger Raveel schildert typische Vlaamse achtertuinen vanuit een persoonlijke benadering. In de moderne en hedendaagse kunst worden tuinen divers, van realistische, abstracte, geometrische tot conceptuele benaderingen. Eventueel krijgen ze een sociale, politieke of ecologische inslag. Tuinen en parken zijn een verbeelding van iets waar we naar hunkeren, namelijk schoonheid en rust. Ze bieden bescherming tegen de soms beangstigende en oncontroleerbare buitenwereld.
LITTEKENS
Publiek Park is een nomadisch hedendaags kunstproject dat groene zones als tentoonstellingsplek gebruikt. De tweede editie vindt plaats in Antwerpen in het
Harmoniepark, het Koning Albertpark en de tuin van het Provinciehuis. Hoewel die drie groene zones door wegen, tramlijnen en privéterrein gescheiden zijn, verbindt Publiek Park ze met elkaar. Achttien kunstenaars tonen werk dat met de plaats in dialoog gaat. Welke historische verhalen verbergen ze? Hoe worden ze gebruikt? Hoe kan je als kunstenaar inspelen op die locaties? Publiek Park biedt een platform aan pas afgestudeerde, maar ook gevestigde kunstenaars. Ze onderzoeken hoe je diverse media in een publieke ruimte kan inzetten.
Wat meteen opvalt, is het diverse karakter van de parken. Het Harmoniepark is een toevluchtsoord voor gezinnen met kinderen. Het vormt een doorgang voor bezoekers aan het districtshuis, AZ Monica ziekenhuis en Café Nives. Het Albertpark is afgesloten door wegen en tramlijnen. Dat biedt mogelijkheden tot afzondering. Het Provinciehuis heeft sinds de nieuwbouw een publieke tuin die bestaat uit een grote grasvlakte met perkjes en een oudere, wildere tuin. De kromming van het gebouw creëert een windtunnel, waardoor het er niet zo aangenaam vertoeven is.
In onze kapitalistische maatschappij blijft weinig ruimte over waar je niets moet betalen. Parken zijn voor en van iedereen.
Openbare stadsparken werden twee eeuwen geleden populair in Europa door snelgroeiende steden, overbevolking en industrialisatie. De curatoren van Publiek Park stellen vast dat parken vaak groene littekens zijn van pijnlijke gebeurtenissen. “Het Harmonie- en Albertpark lagen vroeger buiten de stadsmuren”, vertelt een van de curatoren, Adriënne van der Werf. “Daar waar nu het
Harmoniepark is, werden leprapatiënten behandeld. Het huidige ziekenhuis is nog een link met die geschiedenis. Het Albertpark was tot 1750 in gebruik als galgenveld. Pas later werd het omringd door woningen. Eerst was het een Franse privétuin, later kreeg het de vormgeving van een publiekelijk Engels landschapspark. De slechte reputatie van het park is gebleven. De hoeveelheid aan verstopplaatsen en de aanwezigheid van alcoholisten en daklozen werken dat in de hand.”
“Het districtshuis in het Harmoniepark werd in 1846 ingehuldigd als zomerlokaal en concerthal van de muziekvereniging De Grote Harmonie”, vertelt curator Koi Persyn. “Het was toen een privétuin waar veel openluchtconcerten plaatsvonden. Pas later werd het een wandelpark in Engelse stijl. Dat verklaart de lier op het fronton van het districtshuis, op de fontein en op het dak van de muziekkiosk.”
019, WOW19, 2023 (elke zaterdag), Publiek Park. © Foto: Michiel De Cleene
HUILEN
“We maken geen verschil tussen historische locaties, bestaande monumenten en sculpturen of nieuwe artistieke
integraties als onderdeel van Publiek Park”, duidt van der Werf. “Alles behoort tot de tentoonstellingsruimte en biedt de kunstenaars de mogelijkheid om er een relatie mee aan te gaan.” De relatie tot een plek is cruciaal en voegt nieuwe betekenissen toe.
Pei-Hsuan Wang brengt voor de trappen van het districtshuis een tekst aan met een hogedrukreiniger. Die tekst wordt pas zichtbaar wanneer ze nat wordt. De verborgen boodschap gaat over het utopische beeld om ergens thuis te horen en thuis te komen. Dagelijks passeren mensen die zich hier willen vestigen en hopen op een betere toekomst.
Paola Siri Renard, garderobe, 2023, Publiek Park.
© Foto: Michiel De Cleene
Ook de werkjes van Monika Emmanuelle Kazi die aan de hekken rondom het monument van Camille Coquilhat in het Albertpark hangen, zijn pas zichtbaar wanneer ze nat zijn. Zelf is ze afkomstig uit Congo. Nu woont ze in Frankrijk. Ze
kent de beide kanten die de koloniale erfenis kleuren. Waarom beeldt het monument een naakte, anonieme vrouw van kleur uit? Waarvoor staat de bananenboom, die als een hoed boven haar hoofd hangt? Kazi maakt de vergelijking met beelden van Afrikaanse vrijheidsstrijders. Die zijn eveneens vaak onzichtbaar.
Ook in de sculptuur van Paolo Siri Renard zit een verwijzing naar water. Haar werk gaat in dialoog met de fontein van Henri van de Velde. Dat is een monument voor de componist Peter Benoit. Renards sculptuur refereert ook aan de Korinthische zuilen van het districtshuis. Ze doet onderzoek naar de vormentaal uit de art nouveau. Renard speelt met esthetiek en vangt de subtiele lichtschakeringen die in een park aanwezig zijn.
Jiyoung Kim, Rolling Border Pole, 2023, Publiek Park. © Foto: Michiel De Cleene
SUBTIEL
In het laagste gedeelte van het Albertpark trof Allessio Ragno Capone twee cirkels in het grasveld aan. Die zijn
mogelijk gecreëerd door de bezoekers die er volleyballen. Het deed Capone denken aan celdeling of regeneratie. Hij accentueerde de vorm door op de buitenste contourlijnen graszoden weg te nemen. Samen met Jiyoung Kim is hij een recent afgestudeerde kunstenaar uit de in situ afdeling van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Antwerpen.
Kim baseert zich op de grenspaal tussen Berchem en Antwerpen aan de hoek van het Albertpark. In tegenstelling tot die statische grenspaal, is de hare horizontaal en beweeglijk. Ze activeert die in performances en rolt die van de ene plek naar de andere. Haar werk is gemaakt uit doek en beschildert met haar silhouet. De sculptuur van Jonas Dehnen lijkt een aluminium hoed of een hut. Hij baseert zich op een ‘folly’, een decoratieve sculptuur in parken of tuinen, en op kluizenaarswoningen uit de 18e en 19e eeuw.
David Bernstein, Synagoga & Ecclesia, 2023, Publiek Park. © Foto: Michiel De Cleene
IN GESPREK
Verscholen achter begroeiing en dicht tegen de tramlijn ligt het leegstaande wachthuis van het Albertpark. Voor privacy
kan je daar terecht. Op de achtergevel van het gebouw zet David Bernstein twee omhelzende personages in een lesbische BDSM-romance. Het gaat om de iconische figuren Ecclesia en Synagoge. Doorgaans staat Ecclesia voor de autoriteit van de christelijke kerk en is Synagoge een vroeg antisemitisch symbool dat verwijst naar een verslagen jodendom.
Ook Guy Woueté schuwt geen kritiek. Hij plaatst borden voor gebouwen die de macht symboliseren of het koloniale monument van Camille Coquilhat. Dichtbij het districtshuis blokkeert Woueté een pad. Hij confronteert ons met zijn antikapitalistische opschriften. Elders roept hij vragen op over hoe wij omgaan met elkaar. Hij hoopt op meer sociale gelijkheid. Zijn werk lokt heftige reacties uit. Een dag na de opening is er al een bord omgeduwd en eentje van een paal getrokken. De borden zijn een aanleiding tot gesprek.
Yemo Park, Piece of Heart, 2023, Publiek Park. © Foto: Michiel De Cleene
GEBRUIKERS
“Groene ruimtes zijn belangrijk voor de leefbaarheid van de stad”, aldus van der Werf. “In onze kapitalistische
maatschappij blijft weinig ruimte over waarvoor je niets moet betalen. Parken zijn voor en van iedereen. Hier komen mensen uit verschillende leeftijdscategorieën, religies en sociale klassen samen. Dat leidt soms tot conflicten. Voor veel mensen is het een ontspanningsplek, voor sommigen zelfs hun huis.” Publiek Park toont ook humoristische werken en richt zich tot diverse bezoekers.
Het tentoonstellingsparcours komt overeen met de route die veel wandelaars met hun hond maken. In de hondenwei plaatst Yemo Park aluminium sculpturen. Ze haalt inspiratie uit The Dog of Flanders een verhaal van de Engelse schrijver Quida. Het is een triest verhaal over Nello en zijn hond Patrasche. Park maakt een vervolg op het verhaal. Ze ontmoet een magische hond die de gave heeft om de verloren hond van mensen op te sporen. Wanneer ze zelf haar hond verliest, vindt ze die terug met een zelfgemaakt hondenfluitje. Elke zaterdag maakte ze fluitjes met de bezoekers. De dagelijkse bezoekers reageren gemengd. Ze blaffen luid of plassen tegen de sculpturen.
Volwassenen kunnen een saunasessie doen in het koetshuis, begeleid door luide afro-futuristische muziek van Sun Ra. David Bernstein bouwt een auto om tot een functionerende sauna. Hij verwijst naar het drukke verkeer rond het park en naar de tijd dat auto’s nog in het park mochten rijden. De grens met Berchem was een belangrijk centrum voor de auto-industrie. Ook de automobilisten die wachten aan het verkeerslicht bij het Provinciehuis kunnen een graantje meepikken. Daar presenteert Jakub Jansa de laatste episode van een videoserie over Red Herring. Dit personage is half mens, half knolselder en klimt doorheen de episodes hoger op de sociale ladder. Intussen is hij politicus en heeft hij een eigen partij opgericht. Flower Union is zijn politieke organisatie van planten.
Tuinen en parken zijn een verbeelding van iets waar we naar hunkeren, namelijk schoonheid en rust.
Tentoonstellingszicht ENTROUVERTE. © Foto: Michiel De Cleene
VERBINDING
Een open en sociale blik vinden we ook terug bij het collectief 019 in LLS Paleis. Hoe zou de stad eruitzien als we onze tuinen voor elkaar zouden openstellen? Door het gevelraam van de kunstruimte te verplaatsen, creëren ze een publiek voortuintje. In dat openluchtmuseum presenteren twintig kunstenaars een werk. Het gaat om subtiele ingrepen: een opstapje, een elektriciteitskast waar regelmatig een plas water uitloopt, stickers op het raam en een stofweb. Een affiche wijst erop dat je moeder privébezit is. Een gewipte tegel maakt plaats voor mos, een initiatief om steden te ontharden. Ook de klep van de brievenbus heeft een ingreep ondergaan.
Op de vloer zijn tekens met verf aangebracht en we zien een plantenmotief op de muur. Het plantje dat aan de binnenkant groeit, blijkt een bronzen sculptuur. Drie stukken graniet mogen we meenemen. Dat was niet de bedoeling met de appel, verguld met 24-karaats bladgoud. Jammer genoeg is hij na één dag al verdwenen. De tentoonstelling is een aanleiding om de ruimte te gebruiken en er zaken aan toe te voegen. Een voortuin is doorgaans een plek waar vreemden niet mogen komen. 019 bevraagt de grens tussen publiek en privé-eigendom.
Detail uit Guarding my fence, Elleke Frijters. © Foto: Michiel De Cleene
FAKE
Tuinen zijn vaak begrensd. We bakenen ze af om ons bezit te claimen en privacy te bewaren. Hoge hekken, hagen of muren schermen ons af van de buitenwereld. Dat is Elleke Frijters niet ontgaan. Zij heeft een solotentoonstelling bij Base-Alpha Gallery. Hoge, statische sculpturen doen denken aan geweven hekken en schuttingen die tuinen afbakenen. Frijters benadrukt de tuinesthetiek die we graag gebruiken. We maken de natuur in kunststoffen na: wilgen, riet, planten, leibomen, dennenappels. In de hoeken van de galerieruimtes hangen hier en daar sculpturen die herinneren aan bewakingscamera's.
De elementen die rechtstreeks naar planten verwijzen, hebben iets vijandigs, alsof ze onkruid zijn. Frijters wijst op de beslotenheid van onze tuinen. We bakenen een veilige plek af en voorzien die liefst van bedreigende elementen om binnendringers af te schrikken. De hoogte biedt ons geen inkijk, maar wekt onze nieuwsgierigheid. De camera's en de barrières geven een gevoel van onbehagen. Het gaat over kijken en bekeken worden. Haar statische sculpturen verbeelden ons verlangen naar ordening en controle. Dat vinden we terug in onze omgang met natuur. Door natuurlijke elementen na te maken, doen die niets onverwachts. We bekoren de schoonheid, maar houden graag de touwtjes in handen.
Leander Schönweger maakt in de Provincietuin een trap die nergens heen leidt. Er is geen doel, maar de ruimte heeft een fysieke impact. De structuur rond de trap doet denken aan een kooi. Schönweger onderzoekt de grens tussen binnen en buiten, controle en manipulatie.
Tentoonstellingszicht les abeilles et le fleurs indociles, Lise Duclaux.
© Foto: Michiel De Cleene
ONKRUID
Natuur zorgt voor schoonheid, rust en ontspanning, maar roept ook angst op voor het oncontroleerbare en ongekende. Lise Duclaux brengt de performance Stokroos Wandeling van LLS Paleis naar Annie Gentils Gallery. Ze wijst ons op de wilde bloemen die groeien tussen beton aan voorgevels. Intussen zaaien we stokrozen in de straten. Duclaux start onze tocht met een heldere beschrijving over het ontstaan, de bestuiving en de groei van de stokroos en het belang van bijen. Haar toewijding voor planten en insecten is aandoenlijk. Wat mensen doorgaans als onkruid of ongedierte beschouwen, geeft Duclaux een waardig bestaan. Waarom stellen we ons als mens boven natuur? We zijn zelf natuur.
Bij Annie Gentils toont Duclaux gedetailleerde tekeningen van bijen en bloemen. Het gaat om de schoonheid en de waarde van niet-menselijk leven. Ze presenteert de tekeningen samen met affiches van tekstfragmenten die ze schrijft of verzamelt. Daarmee kaart ze onze houding tegenover de natuur aan en wijst ze op het nut van wat wij zogenaamd als vervelend of minderwaardig beschouwen. Duclaux ijvert voor verzoening, respect en een gelijke behandeling tussen alle leven op aarde.
Detail uit Hairy Tale, Clara Spilliaert. © Foto: Thor Salden
MENS EN NATUUR
In kunstruimte Lichtekooi toont Clara Spilliaert een installatie over de relatie tussen onze tuin en onze lichaamsbeharing. We zijn obsessief bezig met onkruid wieden en ontharen. Ze toont een zelfportret. Het is alsof Spilliaert in bad ligt en bepaalde lichaamsdelen erbovenuit steken. Die verbeeldt ze in klei. Daarin plant ze lichaamsbeharing en planten in keramiek. De planten zijn gebaseerd op soorten die wij als onkruid beschouwen. De grens tussen lichaamshaar en onkruid vervaagt. Ze toont haar lichaam als een landschap, waar vogels zich voeden aan zaden of drinken aan een okselvijver.
Net zoals bij Duclaux voel je de verbondenheid en het respect voor planten en dieren. Onze huid is de begrenzing van ons lichaam, net zoals de tuin onze grens met de buitenwereld is. Waarom moeten we die grens zo nauwkeurig onderhouden en controleren? Als we dat loslaten, vervagen grenzen. Dan komt er ruimte voor onverwachte dingen. Verwachtingen maken plaats voor vrijheid. Zodra we natuur welig laten tieren, aanvaarden we verandering.
TENTOONSTELLING
◦
◦
◦
◦
Publiek Park - het Harmoniepark, het Albertpark en de tuin van het Provinciehuis - tot 1 oktober ‘ENTROUVERTE’ - LLS Paleis, Paleisstraat 140, Antwerpen - tot 21 oktober
‘Guarding my fence’ - Base-Alpha Gallery, Kattenberg 12, Borgerhout - tot 28 oktober
‘Hairy Tale’ - Lichtekooi, Florastraat 11, Borgerhout - tot 4 november
◦
‘les abeilles et le fleurs indociles’ - Annie Gentils Gallery, Peter Benoitstraat 40, Antwerpen - tot 5 november